03/13/2014 - 11:28 |
Jan Kerkhof |
"Verwondering" door Jan Kerkhof, geschreven voor niet zeevarenden.
In juni 1975 meerde de Acila, een tanker van 18.000 ton die smeerolieprodukten vervoerde, af bij een klein raffinaderijtje in Guatemala. Toen ik om middernacht de tankwacht overnam zei de 3e stuurman dat hij bij een taxirit naar Puerto Barrios van de chauffeur had gehoord dat er oude Maya ruA?nes in het binnenland moesten liggen. Dat wilde ik zien, en dus spraken we af dat hij de volgende middag mijn wacht zou overnemen tot ik terug was. Zo stond ik na mijn wacht om 7 uur buiten de poort. Tot mijn geluk, want er woonde verder niemand daar, trof ik een taxi aan. De chauffeur, meer Maya dan Spanjaard, sprak alleen Spaans, maar: ik had een zakwoordenboekje Spaans a?? Engels. Legt U daarmee maar eens uit waar U heen wilt als U dat zelf niet weet. Ik hoopte tot de afspraak gekomen te zijn dat hij me naar mijn reisdoel zou brengen voor 50 dollar (Guatemalteeks geld had ik uiteraard niet). Onderweg, want de reis duurde uren, en de wegen waren verlaten, kwamen we over van alles aan de a??praata??. De berghellingen van rode kale aarde had hij nog als bos gekend. Men had er een paar jaar wakkoa??s op gezet, de grond wordt onvruchtbaar, en dan leggen ze het volgende stuk plat a?? begreep ik van hem. (Wakkoa??s? ja, dat heeft bij mij ook even geduurd, die stonden niet bij de W!).
Tenslotte parkeerde hij de auto en wees mij: die kant op. Daar stond ik even later perplex op een groot grasveld. De zon brandde recht boven mijn hoofd. Niemand te zien. Helemaal alleen. Tien intimiderende stA?les (rechthoekige standbeelden) van voormalige Mayaheersers staarden ongeA?nteresseerd over me heen, hun zijden vol hiA<<rogliefen in hoogreliA<<f over behaalde overwinningen. Sommige waren meer dan tien meter hoog. Rondom begon meteen het oerwoud. Tussen de bomen zag ik de vormen van piramiden of paleizen, volledig overgroeid. Het centrale plein bleek (te zien dankzij een gegraven sleuf) bestraat met een laag keien van A(C)A(C)n meter dik, waar alweer een grasmat overheen was gegroeid. Volgens mijn chauffeur werden de tempels in de zomer door een Amerikaanse universiteit verder uitgegraven, maar alles groeide achter hen weer dicht. Kent U a??De verborgen brona?? van Hella Haasse? Diezelfde verpletterende sfeer, misschien juist wel omdat het door de zon zo gewoon lijkt, maar niet is. Neemt u mij niet kwalijk dat ik op bijgaande foto sta als de stereotype toerist. Ik wist weinig van Mayaa??s, had een dag eerder pas vaag over dit complex gehoord, had geen idee waar ik precies was, terwijl dat nu juist mijn beroep was a?? en daar stond ik, moederziel alleen in die verlaten stad, naast een Koning van wie weet hoe lang geleden.
Er gebeurde nog iets daar, waarvan het verwondering wekkende pas veel later tot mij doordrong, maar daarover straks.
De chauffeur stelde voor mij voor nog eens veertig dollar naar een Castillo te brengen. Ik had nog maar twintig dollar, en liet hem zien dat ik dan blut was. Daar deed hij het voor. En daar ging het weer. Tientallen kilometers over onverharde wegen van grind, grote en kleine rotsblokken. Het was zoa??n grote deinende Amerikaanse slee, maar we schudden en rammelden zowat uit elkaar.
Ik zat nu voorin, want het voelde als vrienden. Hij a??verteldea?? dat het een lust was. We passeerden een plek (grote kale steppe, geen a??wakkoa??sa?? a?? inderdaad, koeien a?? te zien) waarvan hij gebaarde: hier stond ons huis. Maar er stond geen huis. Hij maakte wildwest gebaren: weg! dood! Ik leefde met hem mee, maar kreeg het pas jaren later uitgelegd door Solidaridad: grootgrondbezitters sturen een ploeg mannen met pistolen, en de mededeling dat wie daar morgen nog woont, er geweest is. Het bos wordt gekapt, ze zetten er koeien op tot de grond is uitgeput, en op naar de volgende inlandse hut en moestuin. Dat alles had mijn vriend mij ook al verteld, maar ik had het niet begrepen, als keurig onderdaan van een rechtsstaat.
Toch was het begrip van deze blanke jongeman kennelijk al van dien aard dat ik onderweg in een gehucht mee moest naar het huis van zijn broer, handen schudden. De broers hadden niet mijn lengte en het huis had geen ramen, dus dat werd een pijnlijk treffen met de dakbalken.
Daarna liep de weg dood bij een rivier. De chauffeur sprak met een indiaan, gaf hem wat geld, en gebaarde dat ik met hA(C)m mee moest. Ik voelde mijn lijflijntje met Nederland wel even hA(C)A(C)l dun worden, want mijn taxi en chauffeur verdwenen achter een bocht in de rivier, en daar zat ik, in een houten kano bij iemand die zelfs geen Spaans sprak. Een beetje bang was ik wel. Niemand aan boord wist dat ik hier was, waar dat dan ook wezen mocht a?? op een rivier met op beide oevers groene oerwoudgordijnen die tot in het water hingen.
Toen weer een bocht in de rivier, en daar lag een prachtig oud fort op een landtong onwerkelijk te wezen. Erachter lag een groot meer. Beschermde het fort vroeger Spaanse schepen tegen kapers? Spaanse zilvervlootschepen, die tot hier de kronkelige rivier opgevaren waren om op een modderstrand aan het meer in alle rust te worden gebreeuwd en ontdaan van zeepokken? De indiaan legde aan en wees. Ik liep in mijn eentje naar het fort. Het valhek was open, ik kon er zo in. De originele kanonnen stonden nog in de schietgaten. EA(C)n droeg een vroeg 17e eeuws V.O.C. opschrift. Er was een typisch Spaans-Amerikaans binnenplaatsje met kerkje dat ik uit oude westerns kende. In de onderaardse kerkers waagde ik mij niet zonder licht of kennis van slangen. Ook hier was ik weer tot in de verre omtrek helemaal alleen. Je kon de kanonnen zo naar buiten takelen en meenemen. Alleen was er kennelijk niemand in geA?nteresseerd. Ik voelde mij lichtelijk verloren in de tijd. Ik wist niet waar ik was, terwijl het mijn taak als stuurman juist was om altijd zeker te weten waar ik was. Het was mooi, maar beklemmend.
Achteraf gaat mijn verwondering nog uit naar iets anders. Daar bij die Maya-stA?les in het begin, waar de taxi parkeerde, was een uitspanninkje. U kent dat, hoor ik U denken. Mis. Het had een dakje, een zijwand en een achterwand van ruwe planken en grote kieren. Er was A(C)A(C)n plank met splinters om op te zitten. Er was een jutezak vol zaagsel waarin een blok ijs koel werd gehouden. Er was een fles groenige limonadestroop. Er waren enkele glazen en er was een bak afwaswater. Dat was alles. Op de a??gevela?? had de indiaan een plank gespijkerd waarop in grote, onbeholpen, rode letters a??Palacio Royalea?? was geschilderd. Ik had dorst, het was heet. Ik vroeg de man of ik wat kon drinken en liet een dollarbiljet zien. Hij schudde wild van nee. Mijn chauffeur schoot te hulp en maakte mij duidelijk dat dat niet kon omdat hij niet terug had van A(C)A(C)n dollar. Ik gebaarde dat hij de dollar helemaal mocht houden. Grote ogen. Ik kreeg een glas ijsschaafsel met een scheut limonade. Hij keerde zijn zakken om, ik kreeg al zijn Guatemalteekse kleingeld als wisselgeld. Voor het tweede glas wou hij niets extra. Pas veel later besefte ik dat die man na een halve dag werken nog niet eens wisselgeld had voor A(C)A(C)n dollar. En ook liever niets verkocht, dan geen wisselgeld terug te kunnen geven. Ik heb de verkeerde fotoa??s gemaakt. Palacio Royale staat er niet op.
Ook verbaasde ik me over wat er op de terugweg gebeurde. Op de bonkige weg: Beng! Voorband aan flarden. Arme man, dacht ik, daar gaat je winst, nog los van de benzine. Toch kon ik hem niet op een scheldwoord betrappen. Even later, er lagen enorme bergen pas geoogste ananassen langs de uitgestorven wegen, vroeg hij of ik van ananas hield. Ik ben blut, zei ik, dat weet je. Hij lachte. Hij passeerde een oud vrouwtje dat langs de weg ananas verkocht en stopte. Hij zocht de drie grootste en rijpste uit en betaalde het oude vrouwtje uit eigen zak. Ik stribbelde tegen, maar hij was onvermurwbaar, ik moest ze aannemen. Ik stond versteld. Ik ben wel aardig, vind ik zelf, maar dit sloeg alles.
En een derde wonder: toen ik weer veilig terug aan boord was, bleek dat ik het woordenboekje in de taxi had laten liggen. De marconist, van wie ik het geleend had, was des duivels. Drie uur later kwam een matroos zeggen dat er iemand was die misschien naar mij zocht. Aan dek stond de taxichauffeur. Hij was terug komen rijden uit Puerto Barrios, tien kilometer verderop. Hij was erin geslaagd de soldaten aan de poort te overtuigen dat hij, een inlander, op dat buitenlandse schip moest zijn. Hij had een bootje weten te bewegen hem erheen te brengen, want ons schip was te groot voor de kade en lag een kilometer van de kant. Dit alles om mij mijn woordenboekje terug te brengen, terwijl hij wist dat ik blut was.
Mijn grootste verwondering die dag betrof, en betreft nog altijd, de vraag: hoe kunnen mensen die zA? arm zijn zA? eerlijk zijn?
Het was een dag die ik nooit zal vergeten.
|
01/25/2012 - 10:08 |
Koos Elvers |
Als 16 jarige gemonsterd als Zeuntje op de Acila,liggende aan de Parkkade-Rotterdam
een paar dagen voordat de overdracht en de technische proefvaart gedaan zou worden.
Diep onder indruk van zo'n prachtig nieuw schip en wat een pracht hut voor twee pers.
samen met Tom Groeneweg,ook een maat, waar we samen de matrozen opleiding gevolgd hadden, a/b/ Opleidingsschip de*NEDERLANDER* gelegen aan het Noordereiland-Rotterdam.
Onder leiding van Hofmeester Baard, kregen we een strenge opvoeding over het wel en wee aan boord van Shell Tankers NV. Nadat de proefvaart er op zat Storen aan de Parkkade en daarna de eerste reis naar Curacou,wat een belevenis,eindelijk het zeegat en VRIJ.
Toen begon het echte leven pas geld verdienen 72,50 gulden in de maand, 7,80 eraf aan loonbelasing, 50 gulden maandbrief naar huis als onderhoud en sparen. Wel geteld bleef er maar bitter weinig over, Toen we dan eindelijk na 12 dagen in Curacou aan meerden
bleek er maar 10,00 gulden over te zijn om op te nemen daar. Ik kon net 1 Rum Cola drinken in de tent even buiten de raffinaderij Schottengat aldaar.
Totaal op de Acila gevaren 10 maanden,andere schepen als Matroos o/g Matroos, Volmatroos,Havenroerganger.Sloepgast.op de Abida, Kalinga, Kopionella.laatste reis op de Vivipara,einde varensloopbaan 1965 een tijd om nooit te vergeten.
|
Comments
681-98-6670
998-98-7936
1161-98-5591
1239-98-2539
1289-98-6846