IMO number | 5606676 |
---|---|
Call sign | TNWQ / PJAM |
Construction number | 185 |
Tonnage | 3.256 ton |
Beam | 15m |
Length overall | 93m |
Year of construction | 1927 |
Year of renaming/broken up | 1957 |
Service for Shell | 1927 to 1957 |
Cargo | |
Class | |
Flag state | |
Home port | |
Manager | |
Shipyard | |
Status |
LISETA
Sailors
Name | Job | Period | Details |
---|---|---|---|
H.a. Van Heukelem | 2nd officer | 1944 | |
G.J.de Jongh | 3rd engineer | 1947 | 7th trip 4th may 1947 - 7th jul. 1947 |
Dirk-jan Petersen | 3e stuurman | 1954 | |
Herman Kok | 5th engineer | 1954 |
Anecdotes
Date | Visitor | Anecdote |
---|---|---|
05/24/2016 - 10:13 | Herman Kok |
Neeltje. Liseta heette de tanker met die bijna vervlogen herinnering aan haar. Toen ik aan boord kwam zag ik haar voor het eerst in de officiersverblijven. Ze heette Neeltje, was mooi op een natuurlijke wijze, lenig en katachtig in haar bewegingen, vrij en onafhankelijk, met een prachtig lichaam van een onbestemd maar mooi ras, geboren onder de tropenzon. Vanzelfsprekend was haar verblijf aan boord verboden. Van de scheepsofficieren had ze een duidelijke voorkeur voor de machinisten. Stuurlieden mocht ze niet en de marconist was haar onverschillig. Dat was trouwens wederzijds. Ieder van ons, werktuigkundigen (of machinisten zoals ze vroeger genoemd werden) had na verloop van tijd een geheel eigen, speciale band met haar. Zoals velen die in de tropen geboren zijn had ze een hekel aan felle zon. Alleen de ochtendzon, als die net de nacht had verjaagd, waardeerde ze. Daar kon ze, heerlijk gestrekt, over haar ganse lichaam van liggen genieten, voor ons een oprecht plezier om naar te kijken. Ze ging nooit van boord. Er was echter A(C)A(C)n uitzondering. Als we de reis maakten naar Telok Anson, een kleine havenstad op Malakka, anderhalve dag varen van Singapore, dan veranderde ze. Tot die ene keer in Telok Anson. Het was in de middag, een uur of drie. We hadden de lading gelost en de ladingslangen waren al afgekoppeld. De machines waren voorgewarmd en stonden stand by, het schip lag op vertrek. De trossen waren losgegooid en het schip lag alleen nog voor de kant op een paar springs. Neeltje was nog steeds niet terug. Ook een korte stoot op de stoomfluit bracht haar niet terug. Ze was er niet, het schip moest vertrekken. Onder de machinisten heerst een bijna regelrechte paniek. Nu werd pas goed duidelijk wat iedereen voor haar voeldea??. Toen de marconist op volle zee, ongeveer zes weken later, tegen etenstijd eindelijk de nieuwe orders voor de volgende reis doorkreeg en we hoorden dat die reis van Pladju naar Telok Anson zou gaan, ging er een gebrul van oprechte vreugde op in de rooksalon. Deze reis was het gesprek van de dag. Iedereen hoopte, bijna tegen beter weten in dat ze terug zou komen. Het kon ons niet snel genoeg gaan. Hoe het kan weten we niet, maar vanuit de verte zagen we haar al, wachtend op de steiger. Mager, verwaarloosd, ze wachtte op ons! We hadden haar eigenlijk al vergeven voor we haar zagen. Toen de loopplank eindelijk werd uitgerold kwam ze als eerste aan boord, ging regelrecht naar de hut van haar makker en vleide zich languit neer op dat bed van de vierde machinist. Ze was een hele dag niet aanspreekbaar. Ja inderdaad, we hebben het haar vergeven, Neeltje, onze lieve, trouwe, aanhankelijke scheepskat. Herman Kok. |
Comments
1245-806-2339