05/03/2009 - 20:25 |
Reggie Den Os |
De "Philidora"stampte met lichte bewegingen op de stevige ZW moesson die recht op de kop beukte. Het schip had niet zo lang daarvoor een volle lading crude in de Perzische Golf geladen en was op weg naar de West kust van Europa: de toen in 1968 gebruikelijke route rond de Kaap. Als ik me goed herinner bevond het schip zich t.h.v. Socotra. Een gebied waar het thans minder veilig is om te passeren.
De 2 draairuitenwissers deden hun uiterste best om de spray weg te draaien. Die zondagmiddag stond behalve de gezagvoerder, de eerste stuurman, de tweede stuurman en ondergetekende op de brug. Na de gebruikelijke warme maaltijd nog even napratend en genietend van het stampende schip, vechtend tegen de golven.
"Hij ligt toch mooi in de kop, vind je ook niet?" zo vroeg de kapitein aan de eerste.
"Jazeker", antwoordde deze, "en dat moet ook wel bij deze schepen, altijd een paar voet in de kop, dan lopen ze toch gauw minimaal 1,5 knoop harder, nietwaar?"
Het schip begon langzamerhand wat harder te stampen en steeds vaker rolde er een stevige golf over het voorschip.
Een minuut of tien later merkte de tweede stuurman op: "Stuurman, hij mag dan wel in de kop moeten liggen, maar dit is toch wel een beetje veel van het goede, vind je ook niet?"
"Ja, nou je het zegt", begon de eerste, "het begint nu toch wel erg veel te worden, inderdaad ik geloof dat je verdraaid nogantoe gelijk hebt."
Hij had de laatste woorden nog niet uitgesproken of uit de bakboordsdeur van de bak net boven het hoofddek kwam er een regelmatige stroom water naar buiten. Hier klopte duidelijk iets niet.
Direct werd besloten de bosun te waarschuwen en in een mum van tijd stond op die zondagmiddag de hele Chinese crew inclusief eerste en ondergetekende (die de rol van leerling vervulde) met zwemvest aan aan dek. Af en toe dekking zoekend tegen de golven die schaamteloos over dek spoelden.
Weliswaar was het schip bijgedraaid maar desondanks slingerde het nog behoorlijk. We slaagden erin de deur te openen en onmiddellijk kwam er een soortement van waterval, werkelijk een enorme plons zeewater, naar buiten. Toen het eindelijk mogelijk was om de bak te betreden, werd duidelijk dat deze veranderd was in een binnenzee!! Het nog aanwezige water klotste van bakboord naar stuurboord, op z'n tocht alles meeeslepend wat er maar aanwezig was: trossen waren veranderd in een grote kluwen. Een soort van gigantische bal die heen en weer geslingerd werd, de verfstore aan stuurboord was opengeslagen en de blikken, al of niet gevuld met verf rolden alle kanten op. De rekken waar de trossen op opgeschoten lagen waren beschadigd, kortom een absolute chaos!!
Het was ons ineens duidelijk waardoor de "Philidora"zo mooi "in de kop lag" De tonnen en tonnen water waren hier debet aan.
Maar wat was nu eigenlijk de oorzaak van het hele circus? Blijkbaar was er een lek, maar waar? Scheur in de huid, of iets anders beschadigd?
Al ras bleek wat er in feite aan de hand was: doorwaaddend naar de boeg bleek het luik van het Suez-zoeklicht open te staan en daardoor was het water naar binnen gestroomd, zeker een handje geholpen door die stevige ZW moesson die we al een tijdje op de kop hadden.
Het schip was weken geleden in Skaramanga (Griekenland) in dok geweest, en was in ballast naar de P.G. gevaren. Bij het verlaten van het dok was er onvoldoende inspektie uitgevoerd, en daardoor had men niet bemerkt dat de knevels van het luik niet genoeg waren aangedraaid. Het zoeklicht zelf stond echter onbeschadigd op de vaste plaats geborgd aan de geleiderail achter onder de bak en het luik stond open.
Na inspektie van de ruimte, sloten we het Suezluik stevig af en wachtten rustiger weer af.
"Hoe raken we het overtollige water nu kwijt?", was de volgende vraag die zich aandiende. Lozen, pompen, maar hoe?
Na overleg bleek de oplossing voor de hand te liggen: de MK zou een paar gaten in het dek boren zodat het water in de voorpiek naar beneden kon storten. Vandaaruit kon het met de lenspomp gewoon overboord worden gepompt.
Zo gezegd, zo gedaan en na een paar dagen was het voorschip onder de bak geheel droog.
Maar toen begon het echte werk: het opruimen van de chaos. Het schoonmaken van het forecastle, want de verf zat overal, de ontwarring van de immense kluwen trossen.
Een typische klus voor de bootsman en z'n mannen.
Deze hadden de rest van de reis tot aan Fredericia als ik mij goed herinner, hun werk: zittend op de hurken en genoeglijk met elkaar babbelend, klaarden ze geheel tevreden op Chinese wijze de klus.
Het schip werd met eigen materieel veilig afgemeerd.
Waar een dokbeurt al niet toe kan leiden.
R.J.den Os.
03-05-2009
|
Comments
108-91-4436